TVM mocht polis niet per direct opzeggen

Rechtershamer via Pixabay

(Rechtspraak) Verzekeraar zegt verzekeringsovereenkomst met onmiddellijke ingang op omdat verzekerde ten onrechte schade heeft geclaimd/niet aan zijn informatieplicht heeft voldaan. Volgens het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep is inderdaad sprake van schending van de informatieverplichting. De opzegging met onmiddellijke ingang is echter niet rechtsgeldig omdat de bepaling uit de verzekeringsvoorwaarden waarop de verzekeraar zich beroept vernietigbaar is vanwege strijd met artikel 7:940 lid 3 BW.

Het hof: “Een verzekeraar kan een verzekeringsovereenkomst in beginsel niet tussentijds opzeggen. Artikel 7:940 lid 3 BW bepaalt echter dat een verzekeraar wel de bevoegdheid kan bedingen om de overeenkomst tussentijds op te zeggen. Die bevoegdheid zal de verzekeraar dan regelen in een beding in de verzekeringsvoorwaarden.

“Artikel 7:940 lid 3 BW stelt enkele voorwaarden aan zo’n beding. Het moet, voor zover hier van belang, allereerst de gronden vermelden voor een tussentijdse opzegging, er geldt vervolgens een opzegtermijn van twee maanden (tenzij de grond voor de opzegging is dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet tot misleiding) en aan de verzekeringsnemer is een gelijke  bevoegdheid tot opzegging toegekend.

“Het hof stelt vast dat artikel 2 onder 7 niet aan deze  voorwaarden voldoet (enkele andere opzeggingsmogelijkheden van artikel 2 overigens ook niet, maar dat terzijde). Allereerst biedt de bepaling TVM de bevoegdheid om bij iedere overtreding van de bepalingen van de verzekeringsvoorwaarden de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. Deze bevoegdheid is ten onrechte niet beperkt tot situaties van handelen met het opzet tot misleiding. Bovendien heeft de verzekeringnemer niet een vergelijkbare mogelijkheid tot opzegging met onmiddellijke ingang. Artikel 2 onder 7 van de verzekeringsvoorwaarden is dan ook in strijd met artikel 7:940 lid 3 BW.

“Artikel 7:490 lid 3 BW is op grond van artikel 7:943 lid 2 BW in die zin van dwingend recht dat er niet ten nadele van de verzekeringnemer van mag worden afgeweken. De bepaling strekt dus ter bescherming van één van partijen, zodat een beding dat afwijkt van deze bepaling niet nietig maar vernietigbaar is (artikel 3:40 lid 2 BW). Het beroep van  [appellant] op de vernietigbaarheid van artikel 2 onder 7 van de verzekeringsvoorwaarden slaagt dan ook.

“Uit het voorgaande volgt dat TVM zich niet op artikel 2 onder 7 van de verzekeringsvoorwaarden kan beroepen, zodat dit beding geen deugdelijke grondslag biedt voor de opzegging met onmiddellijke ingang van de verzekeringsovereenkomst. Een andere grondslag voor de opzegging heeft TVM niet aangevoerd. Zij heeft volstaan met de stelling dat zij de overeenkomst met [appellant] per direct mocht opzeggen omdat [appellant] bewust relevante informatie heeft verzwegen, maar zij heeft niet onderbouwd waarom dat zo is, welke contractuele of wettelijke bepaling haar die bevoegdheid verleent.

“De conclusie is dan ook dat TVM de overeenkomst met [appellant] niet met onmiddellijke ingang mocht opzeggen, en dit niet vanwege het feit dat [appellant] zijn verplichtingen uit de overeenkomst wel is nagekomen (dat is hij dus niet), maar omdat de verzekeringsvoorwaarden geen deugdelijke grondslag boden voor een opzegging (met onmiddellijke ingang).”

Reactie toevoegen

 
Meer over
Bv moet btw aan reparateur betalen

Bv moet btw aan reparateur betalen

(Rechtspraak) Reparatie aanrijdingsschade. De vordering op de verzekeraar is gecedeerd aan de reparateur. De verzekeraar vergoedt de btw niet, omdat de auto op naam...

Rechtbank slaat eis Golden Egg stuk

Rechtbank slaat eis Golden Egg stuk

(Rechtspraak) Losse bouwmaterialen kunnen niet aangemerkt worden als functionele inrichting. Geen verzekeringsdekking na brandschade. Op 16 april 2020 is brand...

Verzekeraar onzorgvuldig bij tussentijds opzeggen rechtsbijstandpolis

Verzekeraar onzorgvuldig bij tussentijds opzeggen rechtsbijstandpolis

(Kifid-uitspraak GC 2023-0551) De Geschillencommissie is van oordeel dat het schadeverloop voldoende reden is om de rechtsbijstandverzekering tussentijds te beëindigen...

Werkgever na ongeval aansprakelijk, of er nu wel of geen arbeidsovereenkomst is

Werkgever na ongeval aansprakelijk, of er nu wel of geen arbeidsovereenkomst is

(Rechtspraak) Een pizzakoerier krijgt tijdens het bezorgen een eenzijdig auto-ongeval. Hij bespreekt de pizzeria (op grond van artikel 7:658 BW subsidiair artikel...

Oranje bitter…

Oranje bitter…

(Rechtspraak) NN moet 44.800 euro meer vergoeden aan een organisatie van evenementen dan zij in eerste instantie deed. Tot dat oordeel komt de Rechtbank Den Haag. In...

Vermoeden van ADHD volstaat om aanvraag af te mogen wijzen

Vermoeden van ADHD volstaat om aanvraag af te mogen wijzen

(Rechtspraak) Ook in hoger beroep luidt het oordeel dat appellant zich had moeten realiseren dat zijn klachten - concentratieproblemen, onrust en impulsiviteit -...

Tussenpersoon is geen medisch adviseur

Tussenpersoon is geen medisch adviseur

(Rechtspraak) Eiser – beticht van schending van de mededelingsplicht - stelt zich op het standpunt dat het op de weg van de tussenpersoon had gelegen om hem...

Verzekeraar mag tijd nemen om verzwijging aan te tonen

Verzekeraar mag tijd nemen om verzwijging aan te tonen

(Rechtspraak) Het gaat in deze zaak om de vraag op welk moment de termijn van twee maanden begint te lopen waarbinnen een verzekeraar een beroep op verzwijging kan...

Adviseur laat veel steken vallen, moet 2,5 ton vergoeden

Adviseur laat veel steken vallen, moet 2,5 ton vergoeden

(Rechtspraak) Een financieel adviseur liet nogal wat steken vallen: onderverzekering, ontbreken milieuschadeverzekering, inventarisverzekering, rechtsbijstandsverzekering...

Unigarant struikelt over ‘bostuin’

Unigarant struikelt over ‘bostuin’

(Rechtspraak) Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch laat Unigarant in hoger beroep alsnog 139.000 tuiinschade vergoeden. Anders dan Unigarant meent, sloten de polisvoorwaarden...