Van dwang geen sprake
(Kifid-uitspraak GC 2022-1112) Door omstandigheden moest de consument langer in Spanje blijven dan de periode waarvoor de verzekering dekking bood. Dit heeft er in eerste instantie toe geleid dat de duur van de dekking is verlengd. En vervolgens dat een nieuwe kortlopende reisverzekering tot stand is gekomen. Nadien heeft de consument zich op het standpunt gesteld dat zij gedwongen is de verzekering te verlengen en vervolgens een nieuwe verzekering te sluiten en dat zij verkeerd is voorgelicht. De verzekeraar heeft hier onderbouwd verweer tegen gevoerd. Onder toepassing van de bewijslastverdeling zoals opgenomen in artikel 150 van het Wetboek van Rechtsvordering is de Geschillencommissie van oordeel dat de consument haar stellingen onvoldoende onderbouwd heeft. De vorderingen worden afgewezen.
Tijdens een vakantie in Spanje zijn de consument en haar echtgenoot overvallen, als gevolg waarvan de echtgenoot van de consument in het ziekenhuis terechtkwam. In verband met de afwikkeling van de letselschadeclaim die hiervan het gevolg was en de daarmee gepaard gaande gerechtelijke procedure moesten de consument en haar echtgenoot noodgedwongen in Spanje blijven.
De commissie: “Op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldt als uitgangspunt dat de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten haar stelling moet bewijzen. In dit geval is het noodzakelijk dat de consument aantoont dat van dwang en/of onjuiste voorlichting sprake is geweest. De enkele verklaring daartoe van de consument (of haar echtgenoot) is onvoldoende.
“Daar komt bij dat de verzekeraar gespreknotities heeft overgelegd van de telefoongesprekken die met de consument zijn gevoerd rondom het verlengen en sluiten van de verzekeringen. Een beeld dat van enige vorm van dwang sprake zou zijn geweest, volgt hieruit niet. In dit kader merkt de commissie op dat uit de telefoonnotitie met betrekking tot het sluiten van de kortlopende reisverzekering juist volgt dat de consument hier eerst over na wil denken. De dag erna belt de consument zelf terug naar de verzekeraar om de kortlopende reisverzekering te sluiten, hetgeen een contra-indicatie vormt voor de stelling van de consument dat van dwang sprake zou zijn geweest.
“Datzelfde geldt voor de stelling van de consument dat zij verkeerd zou zijn voorgelicht. Ook dit kan de commissie niet uit de overgelegde gespreksnotities afleiden.”
Reactie toevoegen
Na dure waterschade: 'Akte van taxatie' geldt
(Kifid-uitspraak GC 2023-0208) Volgens de consumenten is hun waterschade door extreme neerslag niet tijdig en eerlijk afgehandeld door de expert (Crawford) die de...
Commissie van Beroep: adviseur had toch partnerverklaring moeten aanraden
(Kifid-tussenuitspraak CvB 2023-0012) De adviseur heeft op basis van execution only dienstverlening de overlijdensrisicoverzekering van de inmiddels overleden partner...
Geen punt dat afwijzingsbrief niet helemaal conform eis was
(Kifid-uitspraak GC 2023-0199) De consumenten houden de adviseur aansprakelijk voor schade die zij hebben geleden als gevolg van het niet tijdig inroepen van een...
Niet gemaakte advieskosten niet fiscaal aftrekbaar
(Kifid-uitspraak GC 2023-0188) De consument heeft hypotheekadvies ingewonnen bij de adviseur (Advitas). Door een fout van de adviseur is geen hypothecaire geldlening...
Verzekeraar hoeft geen excuses aan te bieden
(Kifid-uitspraak GC 2023-0181) De Geschillencommissie kan niet beslissen over het al dan niet aanbieden van excuses door in dit geval de verzekeraar. Naar het oordeel...
Duur verzuim: adviseur meldde te laat dat hij niet kon bemiddelen
(Kifid-uitspraak GC 2023-0162) Het is de adviseur (Advitas) naar het oordeel van de Geschillencommissie aan te rekenen dat hij de consument niet direct of zo spoedig...
Verzekeraar hoeft tien mille schade door installatiefout niet te vergoeden
(Kifid-uitspraak GC 2023-0163) De afvoerslang van de wasmachine is losgeschoten bij de eerste wasbeurt nadat de consument de wasmachine had geïnstalleerd, waardoor...
Klant wil premie terug maar onderbouwt eis onvoldoende
(Kifid-uitspraak GC 2023-0169) De consument vindt dat hij voor zijn rechtsbijstandverzekering te veel premie betaalt, omdat hij geen gebruik kan maken van een verzekerde...
Bank mocht vragen om taxatierapport
Kifid-uitspraak GC 2023-0145) De consumenten hebben via een onafhankelijk hypotheekadviseur voor de aankoop van een nieuw te bouwen recreatiewoning een hypothecaire...
Bank is geen belastingadviseur
(Kifid-uitspraak GC 2023-0147) De consument had een levenslooprekening bij de bank en heeft het saldo voor een deel in 2020 en 2021 laten uitbetalen. Op het deel...