Verzekeraars in de tang bij verplichte AOV ZZP'ers

Tang via Pixabay

(door redactie VVP) Het ei is gelegd: in het dinsdag door de Stichting van de Arbeid gepresenteerde advies ‘Keuze in zekerheid’ krijgt een verplichte AOV voor ZZP’ers duidelijk vorm. En ga er maar van uit dat de minister dit advies overneemt, het wordt immers gedragen door de sociale partners.

Zelfstandigen kunnen zelf kiezen of ze zich bovenop de standaardverzekering nog aanvullend willen verzekeren. Zelfstandigen kunnen kiezen een andere passende arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten bij een private verzekeraar, mits zij voldoen aan de gestelde voorwaarden. Hiervoor is een toetsingskader geformuleerd. Lopende private arbeidsongeschiktheidsverzekeringen worden geëerbiedigd, als ze voor de peildatum zijn afgesloten.

Tot zover het goede nieuws voor adviseurs en verzekeraars. Maar er gaat natuurlijk ook wel degelijk een stuk markt verloren. Helemaal wanneer wordt bedacht dat de standaardverzekering er juist komt omdat ZZP’ers een private AOV vaak te duur vinden. Dat idee verandert niet ineens.

Verder staat er een heel opmerkelijke passage in het voorstel. De Stichting van de Arbeid schrijft: “Uitgangspunt is dat een aanvullende verzekering toegankelijk en betaalbaar is. Het moet een reële optie zijn om zich aanvullend te verzekeren. Daarom stelt de Stichting van de Arbeid het volgende voor. De toegankelijkheid van de bovenwettelijke aanvullingen zal in overleg met de sector verbeterd worden, bijvoorbeeld door het beperken van vragen naar de ziektegeschiedenis, het beperken van de differentiatie per beroepsgroep en het accepteren van zelfstandigen van alle leeftijden. De Stichting heeft hier gesprekken over gevoerd met het Verbond van Verzekeraars. Hierbij heeft het Verbond aangegeven de ambitie van de Stichting te delen, en in het nieuwe stelsel mogelijkheden te zien voor verbetering van de toegankelijkheid. De Stichting ziet als mogelijkheid complementair een Onderling Waarborgfonds met een publiekrechtelijke basis, privaatrechtelijke uitvoering en acceptatieplicht om te borgen dat iedere zelfstandige zich aanvullend aan de publieke basisverzekering, op betaalbare wijze, privaat kan verzekeren.”

Dus verzekeraars moeten maatregelen nemen om antiselectie te voorkomen en premies rekenen die passen bij het individuele risico. Zijn de tijden waarin de overheid bepaalde wat een verzekeraar moest verzekeren en tegen welke premie dan toch niet voorbij?

Maar misschien lachen verzekeraars en adviseurs uiteindelijk toch weer het hardst. Een complementair fonds gaat de slechte risico’s aanzuigen en er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken hoe dat eindigt.

Verder heeft het verleden (WAO, WAZ) aangetoond dat adequate re-integratie cruciaal is om de lasten beheersbaar te houden. De vraag is of dit het UWV bij de standaardverzekering voor ZZP’ers wel gaat lukken. De Stichting van de Arbeid adviseert om voor een effectieve re-integratie tevens een Arbocentrum voor zelfstandigen op te richten. Maar of dat nou een goede afloop garandeert? (TB)

 

Reactie toevoegen

 

Reacties

Chris de Bruin - Bureau mr. de Bruin 4 maart 2020

Het voordeel van al iets langer meelopen is dat je daadwerkelijk meemaakt dat de geschiedenis zich herhaalt. Dat is niet anders met de geschiedenis rond het verzekeren van zelfstandigen tegen arbeidsongeschiktheid. Ik heb dit hele circus al eens eerder voorbij zien komen. Eind jaren '90 werd de WAZ geïntroduceerd, met hetzelfde doel als dat ten grondslag ligt aan de huidige plannen: het bieden van een basisvoorziening voor het geval een zelfstandige arbeidsongeschikt wordt. Die WAZ heeft een jaar of zes bestaan en is uiteindelijk afgeschaft wegens de combinatie van een hoge premielast en een relatief lage uitkering. Veel verschil tussen toen en nu zie ik niet. De premie ligt op een vergelijkbaar niveau (zo’n 8% van het belastbaar inkomen) en daarmee lijkt voor de hand te liggen dat de klacht over een hoge premielast – terecht of niet terecht – er al zal zijn vóór de regeling zelf. De uitkering ligt als ik het goed begrijp iets hoger dan destijds (nu 100% minimumloon, toen 70%), maar zal door vele zelfstandigen nog steeds als laag worden ervaren. Dat laatste probleem zou je dus kunnen oplossen door de bovenwettelijke verzekeringsoptie waarin nu voorzien wordt. Die mag dan wel gebaseerd worden op een publiekrechtelijke basis (dus: de wet gaat voorschrijven dat die optie er moet komen), maar zolang die optie uitgevoerd moet gaan worden via de portemonnee van de private verzekeraars, zullen daar dus ook de private tarieven aan worden gehangen en dat geldt al helemaal als de verzekeraars beperkt gaan worden in de gezondheidsvragen die ze mogen stellen. Die premies zullen, bij gebrek aan voldoende informatie om het risico juist in te kunnen schatten, eerder hoger dan lager worden. En als zelfstandigen nu al een zeer beperkte bereidheid hebben zich tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico te verzekeren, zie ik dat door die bovenwettelijke optie nog niet veel beter worden. Het zal dus hoofdzakelijk beperkt blijven tot die nieuwe WAZ. Daar gaat dan nog bij komen dat de re-integratie-inspanningen van het UWV moeten komen. Daar zie ik een lange termijn gevaar in: het UWV is niet gewend re-integratie-inspanningen te leveren en hoeft dat ook niet te zijn: de premies die het UWV voor andere arbeidsongeschiktheidsrisico’s rekent worden gebaseerd op de schadelast en als die hoger wordt, wordt ook de premie hoger. Er zit bij het UWV geen drive om de schadelast te beperken, wat bij private verzekeraars heel anders ligt. Daarom zou het wat mij betreft in elk geval zo moeten zijn, dat de nieuwe verzekering helemaal niet wordt uitgevoerd door het UWV, maar door private verzekeraars, die veel meer kennis en kunde in huis hebben. De kernvraag blijft intussen wel, of deze volgende poging het arbeidsongeschiktheidsrisico voor zelfstandigen af te dekken, deze keer wél haalbaar blijkt. Zelfstandigen zijn niet voor niets zelfstandig. Als ze zich hadden willen wentelen in de zekerheid van allerlei afdekkingen van risico’s, waren ze wel in loondienst. Als ze – al dan niet gedwongen – kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap, dan hoort daar ook bij het lopen van financiële risico’s. Die worden vaak onderschat. Ook binnen mijn kantoor maak ik daar de voorbeelden van mee. De vraag is echter of je dat oplost met verplichte verzekeringen. Zou het niet een idee zijn, om bij aanvang van het ondernemerschap, en voordat de ondernemer zich bij de KvK kan laten inschrijven, deelname aan een training van bijvoorbeeld een dag verplicht te stellen (blijkend uit een certificaat van deelname), waarin dit onderwerp (samen met onderwerpen als bijvoorbeeld pensioenopbouw en werkloosheid), grondig wordt behandeld? Met een schriftelijke verklaring van de aspirant- ondernemer ná die training en vóór het moment van inschrijven bij de KvK, dat hij die training gevolgd heeft, maar besluit zich niet te verzekeren? Met daaronder de handtekening van ook zijn partner (vergelijkbaar met het afzien van partnerpensioen) ? Met daarnaast de invoering dat het hebben van een vrijwillig gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering verplicht is voordat kredieten kunnen worden afgesloten? Het zal allemaal de premies wellicht niet laten dalen, maar het besef van de noodzaak van het regelen van je zaakjes wel doen stijgen.

Meer over
Uitkomsten risicogebaseerd toezicht niet extrapoleren

Uitkomsten risicogebaseerd toezicht niet extrapoleren

(Commentaar VVP) Mag je een hele beroepsgroep te kijk zetten op basis van zo weinig onderzoeksgegevens? Die vraag dringt zich op bij de volgens de AFM “teleurstellende...

Overwinning of dode mus?

Overwinning of dode mus?

Lobbyen loont in het dossier actieve provisietransparantie, al zullen er genoeg adviseurs zijn die nog steeds vinden dat er geen provisietransparantieprobleem is...

Commentaar VVP: omgekeerde wereld

Commentaar VVP: omgekeerde wereld

Wonderlijk: iets is slecht voor je, maar omdat iets anders nóg slechter is, is het eerste toch goed voor je… Zo redeneert tenminste het Gerechtshof...

Soep

Soep

(Gecorrigeerd) Een ding gaat zeker gebeuren na de woensdag gepubliceerde Kifid-uitspraken GC 2019-623 en 625: adviseurs gaan kiezen voor niet-bindend advies. Want...

Artikel 4:20 lid 3 Wft nagel aan doodskist?

Artikel 4:20 lid 3 Wft nagel aan doodskist?

Artikel 4:20 lid 3 van de Wft doelt ook op premiedalingen. Met die interpretatie in Uitspraken GC 2019-623 en GC 2019-625 schrijft Kifid het volgende hoofdstuk in...

Hoe verfrissend is Lemonade werkelijk?

Hoe verfrissend is Lemonade werkelijk?

Hoe revolutionair is het veeljubelde Lemonade werkelijk? De Amerikaanse onderneming is inmiddels ook in Europa actief, in Duitsland om precies te zijn. Dit met als...

Niet blind varen op buitenlandse maatschappijen

Niet blind varen op buitenlandse maatschappijen

Moeten de Nederlandse verzekeraars zich werkelijk druk maken over de groeiende invloed van buitenlandse verzekeraars op de schadeverzekeringsmarkt van Nederland?...

Pole position

Pole position

Consumenten vinden financieel advies belangrijk en de onafhankelijk adviseur staat daarbij in pole position , zo blijkt uit onderzoek ‘Trendonderzoek klantgerichtheid...

Supersaai, verzekeringen!

Supersaai, verzekeringen!

Leuke podcast van De Onzichtbare Hand over te veel verzekerd zijn en waar je kunt besparen. Al was het maar vanwege de als altijd pakkende uitspraken van Jort Kelder....

Spook...

Spook...

Ineens komt er weer een spook uit de kast waar verzekeraars helemaal niet op zitten te wachten. De Consumentenbond wil dat verzekeraars hun klanten expliciet vragen...