Kifid: handelsbeperking voor effecten onvoldoende onderbouwd

Kifid 2017 (deel logo)

(Commissie van Beroep Kifid, bindende uitspraak CvB 2022-0012 van een consument tegen BinckBank) : Uitzonderlijke omstandigheden kunnen maken dat BinckBank aan haar klanten een handelsbeperking oplegt, ook al is daarvoor geen grond te vinden in de overeenkomst. De effecteninstelling moet zo’n handelsbeperking dan wel gedegen onderbouwen", aldus de Commissie van Beroep van Kifid. In deze zaak heeft de bank aan de klant ten onrechte een handelsbeperkende maatregel opgelegd. Echter, het is niet gebleken dat de consument hiervan financieel nadeel heeft gehad dat in redelijkheid voor rekening van de bank moet komen.

Een consument heeft een effectenrekening bij BinckBank waarmee hij belegt. Hij belegt op basis van execution only en in zijn beleggingsportefeuille heeft hij ook geschreven opties die eindigen op 19 juni 2020. Op 17 april 2020 krijgt de consument bericht dat het met ingang van de dag ervoor niet meer mogelijk is om bepaalde opties te schrijven. De bank wijst op de volatiele markt en de grote verschillen tussen bied- en laatprijzen bij opties en wil de risico’s die dat meebrengt beperken. Deze volatiliteit is het gevolg van de coronacrisis. Als de optieposities van de consument op 19 juni 2020 eindigen, krijgt de consument vanwege de afnameverplichting hiervoor aandelen geleverd. Dit tot ongenoegen van de consument, die zijn oorspronkelijke beleggingsstrategie ziet doorkruist. Hij had de posities willen doorrollen, maar dat was onmogelijk vanwege de opgelegde handelsbeperking. De bank en de consument slagen er niet in om samen een oplossing te vinden, waarna de consument zich beklaagt bij Kifid. Hij stelt dat de handelsbeperking ruim 130.000 euro schade tot gevolg heeft gehad en wil dat de bank dit bedrag vergoedt.

De bank vindt de handelsbeperking in deze uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd. Daarbij verwijst de bank naar de Basisvoorwaarden voor deze effectenrekening. De Commissie van Beroep ziet dat anders. Zij oordeelt dat uit de voorwaarden niet de bevoegdheid volgt voor de bank om in deze situatie deze handelsbeperkingen in te stellen. De artikelen waar de bank naar verwijst, gaan over andere situaties.

Toch kunnen bepaalde omstandigheden maken dat een effecteninstelling wel bevoegd, of soms zelfs verplicht, is een handelsbeperking in te stellen voor haar klanten, aldus de Commissie van Beroep. De noodzaak voor zo’n ingreep moet de effecteninstelling dan wel gedegen onderbouwen. Immers, de bank wijkt af van de overeengekomen verplichting om een effectenorder die aan de eisen voldoet uit te voeren. De bank heeft meerdere redenen aangevoerd waarom de handelsbeperking noodzakelijk was, maar deze voor de Geschillencommissie en voor de Commissie van Beroep niet met cijfers of stukken kunnen onderbouwen. Ook is niet gebleken van andere beleggingsinstellingen die vergelijkbare handelsbeperkingen hebben opgelegd. Evenmin is informatie overlegd van andere organisaties zoals Euronext of de AFM, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn van liquiditeitsproblemen of uitzonderlijke volatiliteit die de maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen. Dat brengt de Commissie van Beroep tot de conclusie dat niet is gebleken dat er een noodzaak was voor het opleggen van deze handelsbeperking en dat de bank deze ten onrechte aan deze consument heeft opgelegd.

De vraag is vervolgens of de tekortkoming van de bank heeft geleid tot schade voor de consument. De consument is een zeer ervaren en deskundige belegger. De consument had zijn oorspronkelijke beleggingsstrategie kunnen voortzetten door over te stappen naar een andere beleggingsinstelling. De consument heeft ook niet betwist dat het mogelijk was de meeste posities wel door te rollen, zij het met een iets kortere looptijd of een iets andere strike. Kortom, de consument heeft voldoende tijd en mogelijkheden gehad om de door hem gewenste beleggingsstrategie uit te voeren. Daarnaast weegt mee dat de toerekenbare tekortkoming van de bank maar in beperkte mate is te wijten aan de bank. De bank heeft in een periode van grote onzekerheid een handelsbeperking ingesteld ter bescherming van de belangen van haar klanten. Alles overwegend concludeert de Commissie van Beroep dat de door de consument gestelde schade in redelijkheid niet is toe te rekenen aan de bank.

De uitspraak van de Geschillencommissie (GC 2021-0510) blijft overeind, zij het dat de Commissie van Beroep op andere gronden tot haar beslissing is gekomen.

Reactie toevoegen

 
Meer over
Kifid verwelkomt twee nieuwe commissieleden

Kifid verwelkomt twee nieuwe commissieleden

Het bestuur van Kifid heeft per 1 januari 2022 Frans van der Ent benoemd tot lid van de Commissie van Beroep en Niek Strohmaier tot lid van de Geschillencommissie. Zij...

Kifid: ASR moet niet expliciet vermelde kosten terugbetalen aan consument

Kifid: ASR moet niet expliciet vermelde kosten terugbetalen aan consument

(Kifid-uitspraak Commissie van Beroep 2021-0043) Een verzekeraar die in een brief met veel informatie over een beleggingsverzekering een nieuwe kostensoort introduceert...

Fred de Jong: van zorgplicht naar zorgambitie

Fred de Jong: van zorgplicht naar zorgambitie

"Het moet in onze sector niet alleen gaan over zorgplicht, maar ook over zorgambitie", aldus onderzoeker Fred de Jong. In zijn nieuwe blog 'Zorgambitie als het...

"Duidelijkheid voor de gehele branche over nazorgplicht"

"Duidelijkheid voor de gehele branche over nazorgplicht"

De Hypotheker zegt blij te zijn met de uitspraak van de Commissie van Beroep van Kifid waarin wordt gesteld dat een financieel adviseur een consument niet hoeft...

Adviseur hoeft consument niet te wijzen op premiedalingen

Adviseur hoeft consument niet te wijzen op premiedalingen

Een financieel adviseur hoeft de consument niet te informeren over premiedalingen van overlijdensrisicoverzekeringen, aldus de Commissie van Beroep van Kifid in...

Ook Commissie van Beroep fluit Interbank terug

Ook Commissie van Beroep fluit Interbank terug

Consumenten mogen verwachten dat de rente op hun doorlopend krediet gedurende de looptijd in de pas zal blijven met de relevante marktrente, zo heeft de Commissie...

Commissie van Beroep Kifid: beperkte nazorgplicht adviseur

Commissie van Beroep Kifid: beperkte nazorgplicht adviseur

De nazorgplicht van een adviseur bij een consumptief krediet is beperkt, zo bevestigt ook de  Commissie van Beroep van Kifid in uitspraak 2019-033. Financieel...

Kifid: klacht te laat, dan niet behandelbaar

Kifid: klacht te laat, dan niet behandelbaar

Een klacht van twee consumenten tegen een financieel adviseur over een investering in Future Life is te laat aangeleverd en wordt ook niet in behandeling genomen,...

Kifid stelt Intrasurance in het gelijk

Kifid stelt Intrasurance in het gelijk

De Geschillencommissie Kifid heeft gevolmachtigde Intrasurance in het gelijk gesteld. Een consument claimde waterschade op zijn woon- en inboedelverzekering, maar...

Kifid tikt ASR op de vingers over poliskosten beleggingsverzekering

Kifid tikt ASR op de vingers over poliskosten beleggingsverzekering

De Beroepscommissie Kifid noemt poliskosten die ASR in rekening heeft gebracht voor een beleggingsverzekering oneerlijk en in strijd met goede trouw. De poliskosten...