Schending zorgplicht als tussenpersoon kan Rabobank tonnen kosten

Rechtershamer via Pixabay

Naar het oordeel van de rechtbank bestaat de zorgplicht van een opvolgend assurantietussenpersoon, die een portefeuille heeft overgenomen, eruit dat hij zich zelfstandig een beeld dient te vormen van de overgenomen portefeuille en moet onderzoeken of de afgesloten verzekering(en), althans de verzekeringsvoorwaarden, eventueel moeten worden gewijzigd. Deze opvolgend assurantietussenpersoon mag er niet zonder meer op vertrouwen dat zijn voorganger de overgedragen portefeuille correct heeft beheerd; het is een eigen verplichting van de opvolgend assurantietussenpersoon om dat te onderzoeken.

Aldus de Rechtbank Rotterdam in een zaak tussen eiseres en AIG, Rabobank (de eerste tussenpersoon van eiseres) en Heilbron Leusden v/h MultiSafe (de latere tussenpersoon). Volgens eiseres hebben verzekeraar en tussenpersonen steken laten vallen waardoor zij jarenlang niet verzekerd was tegen beroepsaansprakelijkheid als accountant. Dit terwijl ze in een bepaalde kwestie voor tenminste 400.000 euro is aangesproken wegens verzaken van de zorgplicht als registeraccountant.

Volgens de rechtbank treft AIG geen blaam; een verzekeraar hoeft het werk van de tussenpersoon niet over te doen.

Tenminste 400.000 euro

Met betrekking tot de Rabobank meent de rechtbank: “Rabobank, een professionele assurantietussenpersoon, had omtrent de wens van [naam eiseres] om in de toekomst als accountantskantoor verzekerd te worden moeten weten dat het aan haar gerichte verzoek van [naam eiseres] tot wijziging van haar naam meer inhield dan enkel dit verzoek (inclusief het verzoek om deze naamswijziging door te geven aan AIG). Van Rabobank had dus verwacht mogen worden dat zij na deze mededeling van [naam eiseres] uit 2011 over de naamswijziging van [naam eiseres] navraag had gedaan bij [naam eiseres] in hoeverre bij [naam eiseres] nog steeds de wens leefde om een andere verzekering te krijgen, dat wil zeggen: een verzekering die dekking zou bieden voor werkzaamheden van [naam eiseres] als accountantskantoor.” (Eiseres was al wel verzekerd als administratiekantoor, red.)

De rechtbank acht “in de gegeven omstandigheden dan ook Rabobank volledig aansprakelijk voor de schade die [naam eiseres] lijdt of mogelijk zal lijden als gevolg van het tekortschieten van de Rabobank in haar verplichtingen als assurantietussenpersoon vanwege het ontbreken van het hebben van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering als accountantskantoor voor de claim van [naam 7]. Vaststaat dat [naam eiseres] voor de periode vanaf 11 januari 2011 tot en met 1 oktober 2019 niet verzekerd is geweest als accountantskantoor. Dit komt tot het moment van 1 april 2015, te weten het moment waarop de verzekering door AIG is overgezet op naam van Heilbron, voor rekening van Rabobank.”

Opvolgend tussenpersoon

De rechtbank komt tot het oordeel dat ook Heilbron zich niet voldoende van de op haar rustende zorgplicht als opvolgend assurantietussenpersoon heeft gekweten: “Zij heeft ten tijde van de overgang van de verzekeringsportefeuille dan wel op een later moment niet kritisch (genoeg) gekeken naar de inhoud van de polisvoorwaarden wat betreft de vraag of de verzekerde hoedanigheid (nog) aansloot bij de werkzaamheden van [naam eiseres] . Heilbron had in dit kader niet kunnen volstaan met het raadplegen van het handelsregister van de Kamer van Koophandel, waaruit volgens haar volgde dat de daar opgegeven werkzaamheden als boekhoudkantoor, administratie en adviesbureau overeenstemden met de verzekerde hoedanigheid. Uit het door Heilbron als productie 5 overgelegde besprekingsverslag van 22 november 2018 blijkt overigens wél dat Heilbron de bedrijfsactiviteiten van [naam eiseres] omschrijft als ‘accountancy werkzaamheden’, dus op enig later moment was het Heilbron in ieder geval duidelijk dat [naam eiseres] niet enkel een administratiekantoor was.

“Met Heilbron gaat de rechtbank er ook van uit dat het causaal verband tussen het ontbreken van verzekeringsdekking voor de claim van [naam 7] en de schending van de zorgplicht door Heilbron ontbreekt. De eventuele fout van [naam eiseres] waar het dekkingsgeschil in deze zaak op ziet, namelijk het opstellen van het [naam eiseres] - rapport in opdracht van de curator van DES - dateert van 8 december 2014, derhalve van vóór de intermediairwijziging op 16 maart 2015, waarbij Heilbron de nieuwe assurantietussenpersoon van [naam eiseres] is geworden. [Naam eiseres] voert aan dat het mogelijk was geweest om een verzekering af te sluiten met een inlooprisico van een voorliggende periode, waaronder dan ook de periode, dat het [naam eiseres]-rapport is geschreven, zou kunnen vallen. Met deze stelling gaat de rechtbank in de gegeven omstandigheden echter niet mee. Zoals de rechtbank ook ter zitting is gebleken, accepteren verzekeraars soms wel een inlooprisico maar is dat eerder uitzondering dan regel.

“Vanwege het ontbreken van causaal verband is Heilbron dan ook niet aansprakelijk voor de in deze zaak aan de orde zijnde eventuele schade die [naam eiseres] lijdt of zal lijden als gevolg van het ontbreken van dekking voor de claim van [naam 7] onder de polis van AIG.”

 

 

 

 

Reactie toevoegen

 
Meer over
Adviseur moet nagaan of polis correct is opgemaakt

Adviseur moet nagaan of polis correct is opgemaakt

(Kifid-uitspraak GC 2023-0919) Bij het afsluiten van een verzekering moet de tussenpersoon de aspirant-verzekeringnemer informeren over de precieze economische gevolgen...

Beroepsfout van bijna 90 mille, maar consument klaagt te laat

Beroepsfout van bijna 90 mille, maar consument klaagt te laat

(Rechtspraak) De adviseur sloot abusievelijk geen ORV af voor de consument, maar deze klaagde te laat. Tot dat oordeel komt de Rechtbank Noord-Holland. De consument...

Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

Adviseur hoeft gegevens niet tot in detail te beoordelen

(Kifid-uitspraak GC 2023-0912) De adviseur heeft voor de consumenten een aanvraag voor een hypothecaire geldlening ingediend bij een geldverstrekker. De consumenten...

Geen schade ondanks premiestijging

Geen schade ondanks premiestijging

(Kifid-uitspraak GC 2023-0893) De verzekeraar heeft de consumenten pas geruime tijd na de renteverlaging van de hypotheek geïnformeerd dat ook de rentevergoeding...

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

Verzaken zorgplicht inzake ORV kost adviseur 156.000 euro

(Kifid-uitspraak GC 2023-0898) Heeft de adviseur uitvoering gegeven aan zijn waarschuwingsplicht? Uit de beschikbare documentatie blijkt niet dat de adviseur de...

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

DAS niet gehouden tot vergoeding meerkosten Kifid-procedures

(Rechtspraak) DAS hoeft de advocaatkosten van een klager bij Kifid niet verder te vergoeden dan volgens het Kifid-reglement. Dat oordeelt de kantonrechter. Volgens...

Medewerker verzekeraar krijgt celstraf voor computervredebreuk

Medewerker verzekeraar krijgt celstraf voor computervredebreuk

(Rechtspraak) De Rechtbank Gelderland geeft een man twee jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf wegens computervredebreuk bij zijn werkgever, een verzekeraar, en...

Gespreksnotitie helpt adviseur uit de brand

Gespreksnotitie helpt adviseur uit de brand

(Kifid-uitspraak GC 2023-0871) De consument verzocht haar assurantietussenpersoon op 1 september 2021 om een wijziging van de dekking van haar WA/Casco autoverzekering....

Named perils-verzekering blijft overeind

Named perils-verzekering blijft overeind

(Rechtspraak) De named perils-verzekering is niet uigehold. De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof mocht terugkomen op haar eerdere oordeel dat er wel degelijk...

Adviseur hoefde niet bedacht te zijn op extra financiering

Adviseur hoefde niet bedacht te zijn op extra financiering

(Kifid-uitspraak GC 2023-0844) De consumenten hebben in september 2022 op advies van de adviseur een hypothecaire geldlening van 150.000 euro afgesloten voor consumptieve...