Vermoeden van ADHD volstaat om aanvraag af te mogen wijzen

ADHD via Pixabay

(Rechtspraak) Ook in hoger beroep luidt het oordeel dat appellant zich had moeten realiseren dat zijn klachten - concentratieproblemen, onrust en impulsiviteit - moesten worden aangemerkt als ‘psychische klachten’. Het feit dat hij op het moment van de aanvraag nog niet gediagnosticeerd was met ADHD, doet daar in de gegeven situatie niet aan af.

Appellant heeft een gecombineerde arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsverzekering afgesloten bij Cardif (thans BNP Paribas Cardif). Hij had daarvoor on line een aanvraagformulier ingevuld. De vraag ‘Bent u ooit naar een (huis)arts, (..), psycholoog (..) geweest voor: (…) psychische klachten’ heeft appellant]met nee beantwoord. Hij raakte vervolgens werkloos en kreeg een werkloosheidsuitkering van Cardif van totaal ruim 25.000 euro. Later kreeg hij een burn out en maakte hij aanspraak op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Cardif vroeg daarvoor medische gegevens op. Daaruit bleek dat appellant destijds, voorafgaand aan het invullen van het aanvraagformulier, door zijn huisarts was doorverwezen naar een psycholoog vanwege een vermoeden van ADHD. Cardif vindt daarom dat appellant genoemde vraag met ja had moeten beantwoorden en dat hij dus zijn mededelingsplicht heeft geschonden. Cardif heeft vervolgens de verzekering opgezegd en wil dat appellant de werkloosheidsuitkering terugbetaalt. Appellant wil dat niet. Cardif heeft daarop een procedure bij de rechtbank aangespannen. Appellant heeft daarop een tegenvordering ingediend. Hij wil voortzetting van de verzekering en alsnog een arbeidsongeschiktheidsuitkering van Cardif. De rechtbank heeft Cardif gelijk gegeven. Appellant kan zich niet in die uitspraak vinden. Daarom is hij in hoger beroep gegaan. Ook het hof komt tot het oordeel dat Cardif gelijk heeft.

Cardif stelt dat zij in de situatie mét kennis van de ware stand van zaken de verzekering feitelijk niet zou hebben gesloten. Indien appellant vraag 2 met ja had beantwoord, zou zij hem een uitvoerige medische vragenlijst hebben gestuurd. Uit de beantwoording daarvan zou dan duidelijk zijn geworden dat sprake was van een vermoeden van ADHD gebaseerd op concentratieproblemen, onrust en impulsiviteit en de verwijzing naar PsyQ. Die wetenschap zou hebben geleid tot afwijzing van de aanvraag in afwachting van diagnostiek én behandeling, aangezien pas op basis daarvan een adequate risico-inschatting mogelijk zou zijn geweest. Het initiatief voor een herbeoordeling had vervolgens bij appellant gelegen, aldus (steeds) Cardif. Cardif stelt ook dat zij aldus als ‘een redelijk handelend verzekeraar’ zou hebben gehandeld.

Reactie toevoegen

 
Meer over
Eigen schuld, dikke bult (of eigenlijk: nat pak)

Eigen schuld, dikke bult (of eigenlijk: nat pak)

(Rechtspraak) Een wielrenner belandde in de Amstel, omdat zijn voorganger schrok van een hond en abrupt remde. De hond (of eigenlijk de eigenaar) valt volgens de...

Strafrechtelijke veroordeling mocht worden genoemd maar niet verwerkt

Strafrechtelijke veroordeling mocht worden genoemd maar niet verwerkt

(Rechtspraak) Promovendum mocht tegenover een klant refereren aan de strafrechtelijke veroordeling van de contra-expert die de klant wilde inschakelen. Promovendum...

Bv moet btw aan reparateur betalen

Bv moet btw aan reparateur betalen

(Rechtspraak) Reparatie aanrijdingsschade. De vordering op de verzekeraar is gecedeerd aan de reparateur. De verzekeraar vergoedt de btw niet, omdat de auto op naam...

Rechtbank slaat eis Golden Egg stuk

Rechtbank slaat eis Golden Egg stuk

(Rechtspraak) Losse bouwmaterialen kunnen niet aangemerkt worden als functionele inrichting. Geen verzekeringsdekking na brandschade. Op 16 april 2020 is brand...

Werkgever na ongeval aansprakelijk, of er nu wel of geen arbeidsovereenkomst is

Werkgever na ongeval aansprakelijk, of er nu wel of geen arbeidsovereenkomst is

(Rechtspraak) Een pizzakoerier krijgt tijdens het bezorgen een eenzijdig auto-ongeval. Hij bespreekt de pizzeria (op grond van artikel 7:658 BW subsidiair artikel...

Oranje bitter…

Oranje bitter…

(Rechtspraak) NN moet 44.800 euro meer vergoeden aan een organisatie van evenementen dan zij in eerste instantie deed. Tot dat oordeel komt de Rechtbank Den Haag. In...

Tussenpersoon is geen medisch adviseur

Tussenpersoon is geen medisch adviseur

(Rechtspraak) Eiser – beticht van schending van de mededelingsplicht - stelt zich op het standpunt dat het op de weg van de tussenpersoon had gelegen om hem...

Verzekeraar mag tijd nemen om verzwijging aan te tonen

Verzekeraar mag tijd nemen om verzwijging aan te tonen

(Rechtspraak) Het gaat in deze zaak om de vraag op welk moment de termijn van twee maanden begint te lopen waarbinnen een verzekeraar een beroep op verzwijging kan...

Adviseur laat veel steken vallen, moet 2,5 ton vergoeden

Adviseur laat veel steken vallen, moet 2,5 ton vergoeden

(Rechtspraak) Een financieel adviseur liet nogal wat steken vallen: onderverzekering, ontbreken milieuschadeverzekering, inventarisverzekering, rechtsbijstandsverzekering...

Unigarant struikelt over ‘bostuin’

Unigarant struikelt over ‘bostuin’

(Rechtspraak) Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch laat Unigarant in hoger beroep alsnog 139.000 tuiinschade vergoeden. Anders dan Unigarant meent, sloten de polisvoorwaarden...