Vernietiging van bindend Kifid-advies toegewezen

Vrouwe Justitia via Pixabay

(Rechtspraak) Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep de vernietiging van een bindend Kifid-advies toegewezen. Volgens het hof heeft de Kifid Commissie van Beroep “onvoldoende inzicht gegeven in de aan haar beslissing ten grondslag liggende gedachtegang waardoor de uitspraak onvoldoende begrijpelijk is gemotiveerd”.

Het hof: “De Commissie van Beroep heeft (…) overwogen dat ING Bank niet hoefde te waarschuwen tegen het risico dat de echtgenote van [appellant] zou komen te overlijden en als gevolg daarvan, het verlies van haar inkomen. Vervolgens heeft de Commissie van Beroep vastgesteld dat in de ‘Financiële Bijsluiter Beleggershypotheek’, waarover [appellant] beschikte, opgenomen is wat er met het hypothecair krediet zou (kunnen) gebeuren bij overlijden. Het hof stelt evenwel vast dat in het citaat waarnaar de Commissie van Beroep verwijst, alleen is vermeld dat de bank de lening kan opeisen bij overlijden. Daarin wordt niet gewaarschuwd voor het verlies van inkomen als gevolg van overlijden.

“Vervolgens is de Commissie van Beroep tot de conclusie gekomen dat er geen causaal verband is tussen het door [appellant] gestelde verwijtbaar handelen van de bank, weergegeven onder 4.4 van de beslissing van de Commissie van Beroep, en de door [appellant] geleden schade. Deze conclusie volgt echter niet logischerwijze uit de overweging van de Commissie van Beroep dat ING Bank haar zorgplicht heeft geschonden door niet te waarschuwen voor het risico van overlijden van de echtgenote van [appellant]. De Commissie van beroep heeft immers niet uitgelegd waarom geen sprake zou zijn van een causaal verband tussen het door [appellant] gestelde verwijtbare handelen als weergegeven in rov. 4.4. van de beslissing van de Commissie van Beroep en de gestelde schade. Dat geldt temeer nu uit de overwegingen van de Commissie van Beroep niet duidelijk wordt welke schade de Commissie van Beroep tot uitgangspunt heeft genomen. Uit de tweede alinea van overweging 4.8 lijkt te volgen dat de Commissie van Beroep ervan is uitgegaan dat [appellant] schade heeft gevorderd als gevolg het verlies van inkomen van zijn overleden vrouw, maar dat is niet juist omdat [appellant] schade heeft gevorderd bestaande uit de betaalde rente voor de in 2003 aangegane nieuwe geldlening. Waarom er geen causaal verband zou bestaan tussen de gestelde schending van de zorgverplichting door ING Bank (als genoemd in rov. 4.4 van de bestreden beslissing van de Beroepscommissie) en de door [appellant] gestelde schade, bestaande uit de betaalde rente voor de nieuwe geldlening, wordt uit de uitspraak van de Commissie van Beroep niet duidelijk. Hiermee is evident onvoldoende inzicht gegeven in de aan haar beslissing ten grondslag liggende gedachtegang waardoor de uitspraak onvoldoende begrijpelijk is gemotiveerd. Dat betekent naar het oordeel van het hof dat sprake is van een zo ernstig gebrek in de beslissing van de Commissie van Beroep dat gebondenheid daaraan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het hof zal de gevorderde vernietiging van de beslissing van de Commissie van Beroep daarom toewijzen.”

Eigenlijke vorderingen door hof afgewezen

[Appellant] heeft een klacht ingediend bij de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Kifid. Daarin stelde [appellant] dat ING Bank onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de bestendigheid van zijn inkomen en dat van wijlen zijn echtgenote ten tijde van de aanvraag van de nieuwe geldlening. Daarnaast heeft [appellant] gevraagd om een schadevergoeding zijnde de volgens hem te veel betaalde bruto rente over de nieuwe geldlening over de periode 2003 tot en met 1 september 2015.

[Appellant] en ING Bank zijn overeengekomen hun geschil bij wijze van bindend advies te beslechten. De Geschillencommissie heeft op 2 november 2016 een bindend advies gegeven waarbij de klachten van [appellant] zijn afgewezen. [Appellant] heeft beroep ingesteld tegen het bindend advies bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening (hierna: de Commissie van Beroep). Bij de uitspraak van 8 mei 2018 heeft de Commissie van Beroep bij bindend advies de bestreden beslissing van de Geschillencommissie gehandhaafd, onder verbetering van de gronden.

Overigens wijst het hof de vorderingen waar het allemaal mee begon af. Appellant heeft wat dat betreft zijn gelijk dus niet behaald.

Reactie toevoegen

 
Meer over
Vlieger gaat niet op

Vlieger gaat niet op

(Kifid-uitspraak GC 2024-0017) De zoon van de consument is tijdens de gezinsvakantie in Frankrijk uitgenodigd voor een interview op het Amerikaanse consulaat in...

Hof geeft Allianz alsnog gelijk, risicowijziging door hennepkwekerij ten onrechte niet gemeld

Hof geeft Allianz alsnog gelijk, risicowijziging door hennepkwekerij ten onrechte niet gemeld

(Rechtspraak) Verweerders bewoonden een chalet op een woonwagenstandplaats. Zij hadden een inboedel- en een opstalverzekering afgesloten bij Allianz. Het chalet...

Adviseur mag vergoeding houden ondanks gebrekkige communicatie

Adviseur mag vergoeding houden ondanks gebrekkige communicatie

(Kifid-uitspraak GC 2024-0012) De consument verwijt de adviseur dat hij gebrekkig met hem heeft gecommuniceerd. Bovendien heeft hij onvoldoende de belangen van de...

Verzekeraar mag uitgaan van juistheid oordeel deskundige

Verzekeraar mag uitgaan van juistheid oordeel deskundige

(Kifid-uitspraak GC 2024-0016) De verzekeraar mag in beginsel uitgaan van de juistheid van het oordeel van de door hem ingeschakelde deskundige tenzij blijkt dat...

Steigerbouwers steigeren vergeefs bij rechtbank

Steigerbouwers steigeren vergeefs bij rechtbank

(Rechtspraak) Eisers zijn twee aannemingsbedrijven die samen een huis aan het bouwen waren toen een storm schade veroorzaakte aan het dak. Ook zijn er door de storm...

Gerechtshof: Rabobank is onafhankelijke tussenpersoon

Gerechtshof: Rabobank is onafhankelijke tussenpersoon

(Rechtspraak) Het Gerechshof 's-Hertogenbosch maakt korte metten met de stelling dat Rabobank geen onafhankelijke tussenpersoon zou ziin. Dit in het hoger beroep...

Schending zorgplicht kost adviseur 22 mille

Schending zorgplicht kost adviseur 22 mille

(Kifid-uitspraak GC 2023-1013) De consumenten vorderen 20.000 euro vanwege de hogere rente en 2.000 euro aan bemiddelingskosten voor een nieuwe adviseur. De Geschillencommissie...

25 meter is niet vlakbij

25 meter is niet vlakbij

(Kifid-uitspraak GC 2023-0980) Diefstal waardevolle bagage uit auto tijdens een korte stop. De consument heeft een beroep gedaan op de reisverzekering en de verzekeraar...

Factuurbedrag Kifid vergelijkbaar of iets hoger dan vorig jaar

Factuurbedrag Kifid vergelijkbaar of iets hoger dan vorig jaar

Per saldo is het factuurbedrag Kifid volgens Adfiz in 2024 vergelijkbaar of iets hoger dan vorig jaar. Adfiz: "De begroting van Kifid komt in 2024 iets hoger uit...

Duur taxiritje voor verzekeraar

Duur taxiritje voor verzekeraar

(Kifid-uitspraak GC 2023-0988) De consument vordert dekking voor schade door diefstal van zijn bagage. De bagage is tijdens een bezoek aan Düsseldorf in de...