Kifid wijst beroep tussenpersoon op niet-behandelbaarheid af

Kantoor Kifid

(Kifid-uitspraak GC 2021-0874) De auto van de consument staat op naam van zijn eenmanszaak. De auto wordt gestolen. De gevolmachtigde heeft dekking onder de autoverzekering geweigerd omdat niet was voldaan aan de beveiligingseisen. Volgens de consument heeft de tussenpersoon bij de aanvraag van de verzekering niet duidelijk uitgelegd wat de clausule met beveiligingseisen inhoudt en wat de gevolgen zijn wanneer aan die eisen niet wordt voldaan. De Geschillencommissie oordeelt dat de klacht in dit geval behandelbaar is en wijst het beroep van de tussenpersoon (Assurantiehuis Vanderveen) op schending van de klachtplicht af. De vordering van de consument wordt afgewezen, omdat de tussenpersoon voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de beveiligingseisen zijn besproken en dat de consument heeft bevestigd dat de auto was voorzien van beveiliging met alarmklasse 4. De tussenpersoon mocht afgaan op de juistheid van die informatie van de consument en uitleg over de clausule met beveiligingseisen was niet meer aan de orde.

De commissie: “De klacht van de consument is dat de tussenpersoon zijn zorg- en informatieplicht heeft geschonden bij de aanvraag van de autoverzekering bij de gevolmachtigde. De financiële  dienst waar de consument over klaagt is daarmee niet de autoverzekering zelf, maar de overeenkomst van opdracht tussen de consument en de tussenpersoon om de autoverzekering af te sluiten. Anders dan de tussenpersoon veronderstelt, is de tenaamstelling van de autoverzekering niet (direct) relevant.

“Het consumentbegrip vereist in dit geval dat de overeenkomst van opdracht om de autoverzekering af te sluiten is gesloten door een natuurlijk persoon voor, kort gezegd, privé  doeleinden. Voor zover de overeenkomst van opdracht net als de autoverzekering is afgesloten door de eenmanszaak van de consument, [naam onderneming], kan nog steeds zijn voldaan aan het consumentbegrip. Een eenmanszaak is een ondernemingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid waarbij een natuurlijke persoon, in dit geval de consument, voor eigen rekening en risico een bedrijf voert. Dit betekent dus dat de consument als natuurlijke persoon de overeenkomst van opdracht heeft gesloten, ook als hij dat op naam van zijn eenmanszaak zou hebben gedaan.

“Maar deze vaststelling alleen is nog niet voldoende. Ook moet worden beoordeeld of de consument de overeenkomst van opdracht om de autoverzekering af te sluiten heeft gesloten voor doeleinden die buiten de bedrijfsactiviteit van [naam onderneming] vallen. De commissie vindt aannemelijk dat dit het geval is. Uit het polisblad en de aangifte blijkt dat de te verzekeren auto een personenauto is en niet zonder meer een bedrijfswagen. Het gaat om een relatief grote personenauto die de consument naar eigen zeggen nodig heeft omdat hij vier kinderen heeft. Daarbij staat op het polisblad: “Gebruik: “Particulier (en woon-werkverkeer)”. Uit de verklaring van de consument bij het door de gevolmachtigde ingeschakelde onderzoeksbureau volgt bovendien dat er ofwel bijtelling zou plaatsvinden, dan wel overdracht van de auto naar privé met declaratie van zakelijke kilometers. Ook is in  de aangifte van de diefstal vermeld: “Goederen in de personenauto: “Twee kinderzitjes, zonnebril, kinderwagen merk MC Laren, 3 cd’s”. Hoewel het hier gaat om een momentopname, duidt ook de aanwezigheid van kinderbenodigdheden op privé gebruik van de te verzekeren auto. Tegenover deze omstandigheden staat alleen dat de verzekeringsovereenkomst is gesloten door [naam onderneming]. Alleen die omstandigheid is in dit geval onvoldoende om te concluderen tot een (overheersend) zakelijk gebruik van de te verzekeren auto.

“Naar het oordeel van de commissie heeft de consument de overeenkomst van opdracht met  de tussenpersoon om de autoverzekering af te sluiten in dit geval dus gesloten voor  doeleinden die buiten de activiteiten van zijn bedrijf liggen, namelijk met het oog op privé  gebruik van de auto. De consument is een “consument” in de zin van het reglement. Het beroep van de tussenpersoon op niet-behandelbaarheid wordt afgewezen.”

 

Reactie toevoegen

 
Laatste woord over ‘duurzame drager’ in Mijn-omgeving nog niet gezegd

Laatste woord over ‘duurzame drager’ in Mijn-omgeving nog niet gezegd

Vanwege het principiële karakter mag Achmea toch beroep aantekenen tegen Kifid-uitspraak GC 2023-0988, waarin de Geschillencommissie oordeelt dat het verstrekken...

Consument moet kennis kunnen nemen van voorwaarden

Consument moet kennis kunnen nemen van voorwaarden

(Kifid-uitspraak GC 2024-0157) De Geschillencommissie is van oordeel dat de consument namens de VvE onvoldoende kennis heeft kunnen nemen van de verzekeringsvoorwaarden....

Struikelen over je eigen voeten is niet onrechtmatig

Struikelen over je eigen voeten is niet onrechtmatig

(Kifid-uitspraak GC 2024-0161) De Geschillencommissie overweegt dat een gedraging pas onrechtmatig is wanneer de mate van waarschijnlijkheid van schade zo groot...

Schending zorgplicht kost adviseur 20 mille

Schending zorgplicht kost adviseur 20 mille

(Kifid-uitspraak GC 2024-0152) De Geschillencommissie is van oordeel dat de adviseur bij het verzamelen van stukken voor de hypotheekaanvraag ten onrechte te veel...

Wens verzekeraar 'Vergeet ons niet' komt uit

Wens verzekeraar 'Vergeet ons niet' komt uit

(Kifid-uitspraak GC 2024-0145) Dat de verzekeraar de rechtsbijstandspolis toch verlengde, is zijn eigen schuld. De verzekering moet worden voortgezet. Aldus de Geschillencommissie,...

Kifid: alleen voorwaarden verstrekt via duurzame drager zijn rechtsgeldig

Kifid: alleen voorwaarden verstrekt via duurzame drager zijn rechtsgeldig

(Kifid- bindende uitspraak GC 2024-0125) Een verzekeraar (in dit geval Centraal Beheer) kan zich niet beroepen op een nieuwe voorwaarde in de verzekering als een...

Hypotheekadviseur deed onjuiste mededelingen

Hypotheekadviseur deed onjuiste mededelingen

(Kifid-uitspraak GC 2024-0141A) Naar aanleiding van adviezen en uitspraken van de adviseur ten aanzien van de hypothecaire geldlening heeft de consument een bod...

Schending zorgplicht kost ING 45 mille

Schending zorgplicht kost ING 45 mille

(Kifid-uitspraak GC 2023-0782B) Kifid laat ING 45.000 euro aan de consument vergoeden wegens schending van de zorgplicht als adviseur. Het is het eindoordeel in...

Vertraging bij aanvraag niet de schuld van hypotheekadviseur

Vertraging bij aanvraag niet de schuld van hypotheekadviseur

(Kifid-uitspraak GC 2024-0126) De consument heeft een hypothecaire geldlening aangevraagd voor een nieuwe woning. Haar echtgenoot heeft een onderneming die op dat...

Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken VVP 1-2024

Leren van Kifid-uitspraken Hypotheken VVP 1-2024

(NVHP in Ken je vak! in VVP 1-2024) Kifid verwacht dat adviseur notities maakt DOSSIERVORMING - Wanneer er een discussie tussen een klant en een financieel...