Onduidelijkheden zijn nog geen fraude

1. 9 maart 2022
2. 0 reacties

(Kifid-uitspraak GC 2022-0156) De consument claimt schade door beroving van zijn bagage tijdens een kort verblijf in Londen. Ohra heeft de claim afgewezen en de persoonsgegevens van de consument in de Gebeurtenissenadministratie en het Intern Verwijzingsregister geregistreerd omdat de claim volgens hem niet is aangetoond en door de tegenstrijdige verklaringen van de consument en zijn reisgenoot een groot vermoeden van fraude is gerezen. De Geschillencommissie oordeelt dat een aantal van de onregelmatigheden door de consument voldoende zijn opgehelderd en dat niet is gebleken van tegenstrijdige of onjuiste verklaringen. Dit brengt mee dat de overige door de verzekeraar naar voren gebrachte onregelmatigheden onmiskenbaar doel moeten treffen om daaraan consequenties in het nadeel van de consument te kunnen verbinden. Dat is niet het geval. De commissie oordeelt dat de verzekeraar moet overgaan tot het doen van uitkering (3.881 euro) en de gegevens van de consument uit zijn interne registers moet verwijderen.

De verzekeraar twijfelde onder meer aan heenreis, overnachting en het formaat van de gestolen koffer.

De commissie: “Met de door de consument gegeven uitleg over de verschillende aspecten is een en ander voldoende opgehelderd, hetgeen, zoals reeds is overwogen, afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de verwijten van de verzekeraar.

“De overnachting en de heenreis zijn voldoende aannemelijk. Over het formaat van de koffer bestond onduidelijkheid en het is begrijpelijk dat de verzekeraar daarover vragen had maar deze onduidelijkheid is in de stukken en op de zitting opgehelderd. De verklaringen over de doorreis naar Spanje waren niet zo tegenstrijdig en onbegrijpelijk dat daaruit kan worden geconcludeerd dat de consument hierover onwaar heeft verklaard. De commissie is van oordeel dat met het wegvallen van deze onduidelijkheden het grote vermoeden van fraude niet voldoende is onderbouwd. Daarbij neemt de commissie mee dat het bestaan van onduidelijkheden op zichzelf onvoldoende is om over een vermoeden van fraude te spreken. Dat geldt te meer wanneer voor de door de verzekeraar geuite vragen een duidelijke uitleg is gekomen. De commissie is daarom van oordeel dat er geen grondslag voor de registratie van de persoonsgegevens van de consument in de Gebeurtenissenadministratie en het IVR (meer) is. De verzekeraar moet deze registratie doorhalen.”

Reactie toevoegen

Naam

E-mailadres

Reactie

Organisatie

Telefoonnummer

VVPVIP HypothekenVVP Innovatie PlatformVIP SchadeVVP Twitter

Toevoegen 

Meer over

• interne registers

Abonnement aanvragen